DE EVOLUTIE VAN NAAKT
In
vele gemeenschappen in warme klimaten was
naaktheid, of
bijna naaktheid, de standaard praktijk
zowel
voor mannen als voor vrouwen, tot de komst van
de Westers cultuur.
In
bepaalde Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse culturen
waren de
mannen geheel naakt, met uitzondering van
een
touw rond hun
middel.
Met dit touw vond men zich adequaat
gekleed om
te
jagen of om aan groepsbijeenkomsten deel te
nemen.
Zonder het touw, vonden zij zich naakt.
Bij
een aantal stammen op Nieuw-Guinea dragen de
mannen alleen een peniskoker.
Hoewel deze koker
het zicht op de
penis zelf verbergt,
zien zij er van grotere
afstand uit als een
grote fallus in
erectie. Een man zonder koker,
werd echter
bezien als
schaamtevol
naakt.
Ook
onder de Chumash-indianen in zuidelijk
Californië
waren de mannen gewoonlijk naakt, en
de vrouwen meestal
topless.
De oorspronkelijke
Amerikanen in het Amazonegebied liepen
over het algemeen
naakt, of bijna naakt. Bij veel stammen
was de enige kleding die
de mannen droegen een middel
om de voorhuid van de
penis dicht te klemmen.
Andere
indianenstammen vermeden echter naaktheid.
Zo zorgden de
Quechua ervoor behoorlijk bedekt te blijven.
Over het
algemeen is men het erover eens dat de eerste
mens van
nature naakt leefde.
Antropologen hebben het beeld dat mensen in eerste
instantie
dierenhuid of plantaardig materiaal gingen
gebruiken om zichzelf
tegen het klimaat te beschermen,
vooral vanaf het moment
dat de eerste mensen migreerden
naar ander
klimaatgebieden.
Vanuit bijbels standpunt ziet men dat de eerste mensen,
Adam
en Eva, na het eten van de vrucht, zich gingen
schamen,
waarna zij zich bedekten met vijgenbladeren.
Deze vijgenbladen (die met wat fantasie de vorm van
een penis
met scrotum vertonen) werden dan ook vaak in
de kunst
gebruikt om de geslachtsdelen af te dekken.
Naaktheid zelf was dus geen zonde, maar inmiddels wordt
het
door gelovige mensen wel zo bekeken, en ontstond het
westerse taboe op naaktheid.
In
andere culturen is de houding tegen naaktheid echter
verschillend.
In de
vroege Griekse oudheid was naaktheid min of
meer
geaccepteerd. In het Helleense Griekenland en
Rome
werd publieke
naaktheid geaccepteerd in publieke
baden en bij
sportwedstrijden. Het Griekse woord
gymnasium
betekent een plek
waar je naakt kan zijn.
Bij vele
sportevenementen werden vrouwelijke toeschouwers
echter
niet toegelaten, met uitzondering van Sparta.
Het
was
bovendien een vernederende straf om iemand uit te
kleden en
zweepslagen te geven op een openbaar plein.
In de 6e eeuw deed de preutsheid meer opgang.
Benedictus
van Nursia schreef voor dat monniken geheel
gekleed
moesten slapen.
Tot aan het begin van de 8e eeuw werden christenen
in
West-Europa in naakte toestand gedoopt, als Adam en Eva
voor de
zondeval.
In de Karolingische tijd verdween deze gewoonte en
kreeg
naaktheid een seksuele bijbetekenis die het voorheen
niet
had. Tegelijkertijd werd Christus tijdens de
kruisgang
voortaan
afgebeeld in een lange tuniek, het colobium.
Europese
mannen droegen lange tunieken tot aan de 15e
eeuw.
Vanaf dat moment verscheen kleding die de genitaliën
weliswaar bedekte, maar tegelijk de aandacht erop
vestigde,
zoals
strakke broeken.
In het Victoriaanse
tijdperk werd openbare naaktheid geheel
niet meer getolereerd.
Zelfs objecten die vaag menselijk
waren moesten worden bedekt.
Bijvoorbeeld vond men het niet netjes als tafelpoten
onbedekt bleven. Meubels kregen een soort rokjes aan om
de
poten te bedekken. Op de stranden kwam een scheiding
tussen mannen en vrouwen.
In de
19e eeuw was naaktheid in de Franse Salonkringen
acceptabel,
zolang het om een "klassieke" setting ging.
In het begin van de
20e eeuw was het indecent op sommige
stranden als
de mannelijke tepels zichtbaar waren.
De wollen badpakken,
zeker als ze nat waren, verborgen
echter de mannelijke
vormen geheel niet.
Vanaf
het midden van de twintigste eeuw werd naaktheid
langzamerhand meer geaccepteerd, in eerste instantie
thuis,
later steeds
meer in het openbaar.
In sommige delen van de wereld,
waaronder West-Europa,
is het geheel geaccepteerd om topless
op het strand te
liggen.
Naaktheid wordt door de één geassocieerd met
lichamelijke
(vaak vrouwelijke) schoonheid en door de ander in
verband
gebracht met seksuele gevoelens.
Voor
velen is het zien of tonen van de mannelijke
geslachtsorganen daarom nog een groot taboe, omdat
deze
vooral
met seksualiteit in verband worden gebracht.
Het
commercieel naakt is in onze maatschappij
daarentegen
algemeen
aanvaard. In de vele reclame-uitingen op TV,
of in
bushokjes maken de adverteerders van het geldende
taboe gebruik
om met steeds meer naakt de aandacht voor
hun product
te trekken.
In
de thuissituatie is naaktheid in veel gezinnen
echter vrij
gewoon. Naaktheid in een sauna, ook een gemengde
sauna,
wordt volledig geaccepteerd en gezien als een
vorm van
"functioneel naakt".
Ook
op de scènes van het hedendaags professioneel
danstheater worden de grenzen afgetast van het
"kunstige
naakt".
In ballet wordt soms ook naakt opgetreden
als bijzondere
vorm van expressie
Het
zich naakt vertonen in het openbaar wordt soms
ook als
een
uitdaging gezien. Bij streaking
rent men daarbij voor
anderen onverwacht naakt over straat.
Soms wil
men mensen
choqueren of doet men het uit
opwinding,
bijvoorbeeld
exhibitionisten.
In de 20e eeuw is het georganiseerd
naturisme
opgekomen waar niet alleen het naakt zijn
belangrijk is maar
ook het wederzijds respect. Vaak wordt deze
groep ten
onrechte nudisten genoemd die slechts "
naakt recreëren "
als
een ideaal zien.
Om te voorzien in de groeiende behoefte aan
naaktrecreatie
worden steeds meer openbare terreinen voor
deze vorm van
recreatie opengesteld zoals naaktstranden
aan zee en
openbare zwemgelegenheden.
Aan onze Belgische kust krijgt nu ook
wellicht Middelkerke
een
naaktstrand ingeplant in zijn deelgemeente
Lombardsijde.
Veel naturisten voelen zich vandaag
naturist van een
nieuwere
generatie en voelen zich niet meer thuis in
de
historisch
gegroeide situatie.
Ze willen naturisme
vrijer kunnen
beoefenen, op meer
locaties i.p.v. enkel op
de afgeschermde
domeinen.
Ze streven naar een meer algemeen
aanvaarde
houding t.o.v. naturisme. Men heeft minder
de behoefte zijn
naturisme te laten stoelen op filosofische
overtuigingen zoals
verbondenheid met de natuur. Men vindt naakt
gewoon
prettiger en wil terugkeren naar het oude
nudisme of de
naaktrecreatie zonder de zogenaamde
naturistische
meerwaarde.
|